Landbouw: ‘Kennis op basis van onderzoek in de landbouw om met elkaar stappen vooruit te blijven zetten’

interview met Gerard Hoekzema uit Tange, bedrijfsleider bij Wageningen Research proefboerderij ‘t Kompas Valthermond

gepubliceerd in het Westerwolde Lougblad september 2024

VALTHERMOND/TANGE – Er is de laatste decennia veel ten goede veranderd in de landbouw. Maar de focus moet blijven op verdere verbetering. Landbouw is werken met natuur. “Het is niet zo dat er één ding verandert als je aan een bepaalde knop draait. Er zijn vele effecten. Dit is wat wij onder meer onderzoeken”, vertelt bedrijfsleider Gerard Hoekzema van proefboerderij ‘t Kompas, in Valhermond onderdeel van Wageningen Research. “Gewassen kunnen niet praten, maar vertellen ons heel veel. Het enige wat we moeten doen is er goed naar kijken.”

Bedrijfsleider Gerard Hoekzema van proefboerderij 't Kompas in Vlathermond van Wageningen University and Research werkt aan onderzoek om in de landbouw op basis van kennis stappen vooruit te blijven zetten.
Bedrijfsleider Gerard Hoekzema van proefboerderij ’t Kompas (foto Jan Johan ten Have).

“Je kunt een prachtig, nieuw, eiwitgewas telen dat zijn stikstof uit de lucht haalt. Maar als dit gewas de bodem dermate aantast dat toekomstige gewassen er ernstig aan lijden, is het de vraag of dit verstandig is”, vertelt de 50-jarige Hoekzema, die zelf opgroeide op een boerderij in Onstwedde, op zandgrond. Op ‘t Kompas en het tweede bedrijf Kooijenburg in Rolde wordt plantenteelt op zand- en dalgrond onderzocht in opdracht van bedrijven, coöperaties, non-profitorganisaties en overheden uit binnen- en buitenland. “Veel onderzoeksresultaten komen bij verschillende partijen terecht”, weet Hoekzema. Wageningen Research – waarvoor ruim drieduizend mensen werken, deels verspreid over Nederland – is een zusterorganisatie van Wageningen University, de enige landbouwuniversiteit van Nederland. Samen vormen zij een kennisorganisatie die wereldwijd voorop loopt.

Proefveldjes

Op de ruim honderd hectare grond in Valthermond zijn  vele honderden proefveldjes te vinden van verschillende soorten en rassen en met uiteenlopende bemesting en gewasbescherming. De basis voor het onderzoek is het traditionele Veenkoloniale bouwplan, waarbij in vier jaar de gewassen aardappelen-suikerbieten-aardappelen-graan rouleren op elk perceel. Ook wordt er onderzoek gedaan naar relatieve nieuwkomers zoals uien, veldbonen en allerlei andere teelten zoals lupine.

Wie langs de percelen rijdt, ziet de proefvelden gemakkelijk over het hoofd. Maar dronefoto’s laten een heel duidelijk beeld zien. Tientallen stroken met hetzelfde gewas naast elkaar, maar met significante kleurverschillen. Ook zijn er stroken met een opvallend verschil in groei van de planten: “Wij maken planten soms bewust ziek, besmetten ze met bijvoorbeeld phytophthora of alternaria om nieuwe rassen te onderzoeken op resistentie. Want hogere resistentieniveaus hebben we nodig. We kunnen wellicht dan toe naar een lager gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Deze nieuwe rassen worden onder meer ontwikkeld door kweekbedrijf Karna, dat ook in Valthermond is gevestigd.”

Het onderzoek op ‘t Kompas bestaat uit rasvergelijkingen, onkruid- en ziektebestrijding, bemesting en optimalisatie, aardappelziekten, vruchtwisseling, optimalisatie en benutting van vocht en mineralen, precisielandbouw op plantniveau, natuurinclusieve landbouw en strokenteelt. De uitkomsten van onderzoek leveren een statistisch betrouwbare dataset op voor de teelt van de betreffende gewassen in de buitenlucht op de zand- en dalgronden. Met deze uitkomsten kunnen bijvoorbeeld overheden beleid maken en bedrijven en coöperaties producten ontwikkelen.

Aannames

Hoeveel kennis er ook is, bij de toepassing ervan zijn kanttekeningen te plaatsen: “Ik zit nu 27 jaar in dit onderzoekswerk en ontdek elke keer weer dat ik eigenlijk nog steeds heel weinig weet over een piepklein segment van de landbouw, te weten de Veenkoloniale akkerbouw. Het is dan ook verbazingwekkend om keer op keer weer te horen dat mensen buiten de sector – ook beleidsbepalers – precies weten hoe het allemaal precies zit”, zegt Hoekzema. 

Stikstofbeleid

Als voorbeeld noemt hij stikstofbeleid: “Gebruik van minder stikstof is sinds een aantal jaren bijna heilig. Je kunt je wel afvragen of minder stikstof toedienen altijd beter is. Planten die iets meer stikstof krijgen, zijn sterker en leveren betere opbrengst op waarin meer van dit stikstof zit. Wanneer je het gewas oogst, voer je dus de opgenomen stikstof af en kan deze niet uitspoelen. Dien je minder toe, dan kan er juist meer verloren gaan omdat planten eerder doodgaan, waardoor je een lagere opbrengst hebt en de opgenomen stikstof dus niet meer vanuit het loof naar de oogstbare knollen of wortels of pennen wordt getransporteerd. Zo zien wij vaker onderzoeksresultaten over bemesting en gewasbescherming die de breed gedragen aannames weerspreken.”  Wat voor de ene grondsoort werkt kan op een andere grondsoort juist negatief uitpakken. 

En dan is er nog de markt: “In Nederland liggen buitenlandse uien in de schappen, terwijl onze uien worden geëxporteerd naar Oost-Europa. Leg dat maar eens uit. Of neem de eiwittransitie: de wereldwijde beweging van dierlijke naar plantaardige eiwitten voor menselijke consumptie. Op zich een prima ontwikkeling. Maar de vraag uit de markt is nog altijd zeer mondjesmaat, waardoor de prijzen op een niveau liggen die rendabele teelt onmogelijk maken. Willen we met elkaar stappen vooruit zetten, dan zou het goed zijn om dit te doen op basis van kennis en niet van aannames.”

Speak Your Mind

*

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.